Mijn eigen weg

Opgetekend door M.A. Huber

Jeroen (48 jaar) is oud-bewoner en oud-voorzitter van Je Eigen Stek en nu ervaringsdeskundig onderzoeker bij onderzoeksbureau Meetellen, waar vanuit hij meewerkt aan onderzoek naar Je Eigen Stek. Na zijn tijd in Je Eigen Stek heeft hij een eigen huis gekregen.

‘Toevallig heb ik vandaag het contract gekregen, nu staat de woning op mijn eigen naam. Tot nu was de woning van HVO-Querido en moest ik begeleiding accepteren. Vanaf vandaag sta ik weer op eigen benen, heb ik geen bemoeienis van de hulpverlening. Ik ben ook geen client meer, dat is toch wel een lekker gevoel, ook om niet meer ergens aan vast te zitten, en het zelf kunnen doen. Ik kan nu echt mijn eigen weg uitstippelen. Ik heb het overigens altijd goed kunnen vinden met mijn begeleider, ik voelde me ook echt door hem gesteund. Maar het is fijn om geen speciale regels meer te hebben en geen formulieren meer in te vullen. Ja, een eigen huis, dat is super.

Ik werk als vrijwilliger bij het onderzoeksbureau Meetellen, waar we de stem van Amsterdammers in een kwetsbare positie onderzoeken, zodat zij ook gehoord worden. Daarnaast help ik af en toe bij Je Eigen Stek (JES). Nu werk ik nog vooral van uit huis, door corona, maar hopelijk kunnen we straks meer naar buiten. Ik ben nu al een jaar alleen aan het werken hier thuis, het is fijn om collega’s straks weer live te kunnen zien. Vorige week zag ik een aantal nieuwe collega’s voor het eerst, dat doet toch wat met je. Uiteindelijk wil ik weer betaald gaan werken, als onderzoeker bij het onderzoeksbureau Meetellen.

Dakloos worden

Nu ik echt weer een eigen huis heb, is er een einde gekomen aan mijn periode als dakloze. Die begon in 2015, toen ik in een opwelling mijn baan als verkoper opzegde, zonder plan. Ik heb ook geen uitkering aangevraagd, alleen wat spullen verkocht. Het ging niet goed met me. Toen ik stopte met mijn huur betalen, stond na een aantal maanden de verhuiswagen voor de deur en werd ik mijn huis uitgezet. Ik was daarvoor al een aantal jaar aan het vereenzamen, ik zat thuis met de gordijnen dicht. Het ging niet goed met me en het contact met mijn netwerk verbrokkelde. Voor mijn werk kwam ik nog wel de bank af, maar toen ook dat verdween, had ik geen reden meer om van de bank af te komen. Ook de periode voor mijn dakloosheid was het al niet goed, het was een diep dal.

Je denkt niet dat dakloosheid je ooit gaat gebeuren, het is ontwrichtend. Als dakloze heb je niet zoveel eigenwaarde meer, ik niet in ieder geval. Ik had echt het idee dat er ‘dakloos’ op mijn voorhoofd stond. Normaal leef je in een huis, niet op straat, niet in de opvang. Dus in die zin is dakloosheid niet-normaal, maar als je er in zit, wordt het normaal om dakloos te zijn. Dakloos worden is heel raar, dat was wel een shock. Aan de andere kant ga je snel naar overleven. Waar is eten, waar is geld, waar kan ik slapen.

Toevallig ging de dag dat ik mijn huis uit werd gezet de winteropvang open en kon ik daar meteen terecht. De winteropvang is heel basaal, daar hoef je niet te denken aan het ontwikkelen van wat dan ook, het is bed, bad, brood en voor de rest ben je een nummer.

Bij JES

Vrij snel daarna kon ik bij JES terecht, ik ben niet in de reguliere maatschappelijke opvang geweest. Ik werd door de GGD doorverwezen naar JES, daar was gelukkig plek en ik ben door de andere bewoners gekozen om bij hun te komen wonen. Drie weken later kozen ze mij ook tot voorzitter van de bewonersgroep. Ik werd gevraagd door de vorige voorzitter, die wou stoppen. Ik had geen idee wat het inhield om voorzitter te zijn, maar het leek me wel wat. Het voorzitterschap gaf me zelfvertrouwen en een rol. Door die rol had ik ook verantwoordelijkheden, moest ik afspraken nakomen, gesprekken voeren namens JES met de GGD en HVO-Querido (de moederorganisatie van JES). Daarvanuit ben ik voor mezelf dingen gaan opbouwen, vrijwilligerswerk, cursussen, financiën op orde. JES gaf me de energie om weer dingen op te pakken en de kracht en het zelfvertrouwen om toe te werken naar uitstromen. Ik vond het ook fijn om steun en advies te kunnen geven aan andere bewoners.

Ik wilde graag zonder schulden uitstromen, geen ellende in mijn rugzak. Daarom heb ik eerst mijn problemen opgelost en ben ik activiteiten buiten huis gaan ondernemen, ook om mijn sociale netwerk weer op te bouwen. Zo wist ik, dat ik er klaar voor was, voor mijn eigen woning. Meteen weer naar een eigen woning, zonder mijn problemen eerst op te lossen, had voor mij niet gewerkt, ik wou er echt klaar voor zijn. Ik was bang dat ik op mijn eigen woning weer onder uit zou gaan, dat ik weer de brievenbus niet open zou maken, weer hetzelfde. Dat wilde ik echt niet.

Van de ondersteuners kreeg ik alle ruimte en vertrouwen, om mijn eigen weg te vinden, ik voelde me daarin echt gesteund. Er lag geen tijdsdruk, je hoeft niet weg uit JES binnen zoveel maanden. Dat vertrouwen was heel belangrijk, ik had zelf weinig vertrouwen, dus vertrouwen van anderen helpt dan heel erg. Ik hoefde geen ondersteuning van ‘kan je voor mij belastingdienst bellen’, ik had vooral behoefte aan een luisterend oor. Soms stimuleerde ze mij de goede kant op, maar ze gaven vooral heel veel ruimte. Het was geen behandelaar cliënt relatie, het was gelijkwaardig. Het vertrouwen dat ze mij gaven was cruciaal, dat heeft het hele proces wel verbeterd en versneld. Binnen JES is de ruimte om je kwaliteiten in te zetten en te ontwikkelen. Wat kan JES voor jou doen, wat kun jij voor JES doen? Iedereen heeft wel talenten in zichzelf, hoe haal je dat er uit, hoe wordt dat gemotiveerd? Dat ondersteuners vertrouwen in je hebben, helpt. 

Uiteindelijk ben ik drie jaar bij JES geweest. Anderhalf jaar had ik nodig, om dingen op de rit te krijgen en daarna anderhalf jaar om een woning te krijgen. Die laatste periode wou ik er graag weg, de muren kwamen op me af en ik was de andere bewoners ook zat. Ik had het wel gezien, hoewel ik toen vanwege mijn baan wel vaak op pad was. Ik werkte toen als ondersteuner bij het respijthuis Amerbos, een tijdelijke verblijfplek voor mensen in psychische nood, waar ik soms te maken had met pittige situaties. De combinatie was zwaar, daar werken, terwijl het bij JES ook onrustig was en ik tegelijk een opleiding tot ervaringsdeskundige volgde bij Howie the Harp en in therapie was. Uiteindelijk ben ik ook weer gestopt met mijn werk bij Amerbos.

Actief zijn in het collectieve zelfbeheer was heel belangrijk voor mij, dat werkte als een katalysator. Het hoeft niet voor iedereen, sommige willen met rust gelaten worden. Maar voor mij was het belangrijk, ook om aan JES bij te dragen. Mensen die voorzitter bij JES waren, blijven ook actief in het veld, werken bijvoorbeeld in de opvang of bij een buurthuis. Er is ook contact tussen verschillende oud-voorzitters. Tegelijk zijn er ook veel mensen die wel zeggen dat ze na JES wel betrokken willen blijven, maar daarna gaan ze toch een andere weg in, sluiten ze de periode JES af.

JES heeft mij geholpen met transitie terug van dakloze naar nu weer een huis als normaal, zowel qua praktische voorbereiding en weten dat je terug kan vallen op JES. JES gaat uit van wat mensen wel kunnen, in plaats van wat ze niet kunnen. JES werkt het beste als mensen langer dan een paar weken blijven, zodat ze binding met JES en medebewoners kunnen krijgen. Ook een gemengde bewonersgroep werkt goed, met bewoners met meer en minder draagkracht. Maar iedereen heeft nu een beschikking van de GGD, dat ze niet-zelfredzaam zijn verklaard. Daardoor is er minder een mix. Omdat er te weinig opvangplekken zijn, krijgen mensen die de meeste problemen hebben een beschikking. Sommige mensen glijden daardoor af van redelijk goed tot in verslaving, omdat hun situatie zo uitzichtloos werd. Dat is pijnlijk om te zien. Tegelijk: je wil vooral mensen helpen die het het meest nodig hebben en het aantal plekken is beperkt, dat is ontzettend ingewikkeld.

Het ergste en het beste

Het is geen feest om dakloos te zijn, maar die periode heeft me meer geleerd dan de 20 jaar daarvoor. Door gesprekken met andere daklozen, heb ik meer inzicht in mijn eigen handelen gekregen. Dat was zowel in de uitwisseling bij JES tussen bewoners en bij het inloophuis waar ik werkte. Cursussen, zoals de WRAP, en de opleiding Howie the Harp hebben ook geholpen. Ik ben ook bij een psycholoog geweest, waar komen mijn problemen nou vandaan en vooral wat te doen dat het niet nog een keer gebeurt. Nu heb ik een veel beter zelfbeeld, dat stelt me ook in staat, ook op dagen dat het minder gaat, om de basis vast te houden, contact te houden, vaste dingen blijven doen, mezelf en mijn netwerk niet te verwaarlozen.

Na een paar maanden rust op in mijn eigen woning kwam er van alles naar boven, maar toen heb ik juist contact gehouden met anderen, dat geeft kracht. Ik leef nu een regelmatig leven, opstaan, douchen, hapje eten, deur uit, contact houden. Ik gun mezelf dat en ik weet dat het nodig is. Ik ben het waard. Lang heb ik dat anders gezien, mijn zelfbeeld was toen negatiever, nu is dat een stuk beter.

Dat hoor je veel van oud daklozen, dat pas later, als je weer op je eigen huis zit, die reflectie komt: wat heb ik allemaal meegemaakt. Ik had er al wel eerder over gedacht en over gesproken, maar pas in mijn eigen huis had ik genoeg rust. Sommige oud-daklozen blijven er ook in hangen. In de inloop waar ik werkte, kwamen ook veel oud-daklozen, die nog steeds het daklozen bestaand leefde dat was niet veranderd, al hadden ze weer een huis.

In veel gevallen hebben daklozen toch een rugzak, bijvoorbeeld bij mij de periode waar het niet goed ging, dat zat er en zit er nog steeds. Ik moet uitkijken voor valkuilen. Je wordt niet zomaar je huis uit gezet, daar gaat een periode aan vooraf. Er zijn wel daklozen waarbij het puur vanwege een scheiding is of onterechte fraude beschuldigingen, waardoor iemand zijn huis kwijt raakte. Het kan, maar meestal zit er meer achter dan toeval, pech of relatiebreuk.

Ik vertel mijn verhaal nu vaak. Vroeger hield ik alles voor mezelf, niemand wist ook dat ik dakloos werd. Het is ontzettend prettig om nu mijn verhaal te delen, door dingen te delen word ik gemotiveerd om dingen op te pakken, ik deel dat graag en misschien kan het anderen motiveren. Het is onderdeel van mij. Ik schaam me daar niet voor, ik heb daar veel van geleerd. Ik ben er nog veel me bezig, dat vind ik mooi, het is onderdeel van mijn leven. Het is het ergste wat me ooit is gebeurd, is maar tegelijkertijd ook het beste. 

Kader 1: JES en zelfbeheer

Je Eigen Stek (JES) is een doorstroomvoorziening in zelfbeheer, gericht op daklozen die vanuit eigen regie en eigen kracht willen werken aan hun eigen oplossingen voor het beëindigen van hun dakloosheid. Ze wonen met zestien bewoners samen en zijn samen verantwoordelijk voor en hebben zeggenschap over hun eigen opvang, van huishouden en nieuwe instroom tot strategische ontwikkeling. Daarbij worden ze ondersteund door een sociaal werker en een ervaringswerker. Er zijn verschillende opvangvoorzieningen in zelfbeheer in Nederland. Het model van zelfbeheer is verwant aan door ervaringsdeskundigen beheerde respijthuizen en andere zelfgeorganiseerde zorg. Onderzoek laat zien dat zelfbeheer bijdraagt aan de ervaren eigen regie en eigen kracht van bewoners en mogelijkheden biedt om rollen, vaardigheden en zelfvertrouwen te ontwikkelen (Huber, 2021).

Kader 2: Wat doen sociaal werkers en ervaringswerkers in zelfbeheer

De ondersteuners (sociaal werkers en ervaringswerkers) werken vanuit een basishouding van presentie, dat wil zeggen er zijn (fysiek en mentaal) voor de bewoners en relatiegericht werken. In de ondersteuningen focussen de ondersteuners op empowerment, zowel individueel als collectief. Ze ondersteunen individuele bewoners met psychosociale en praktische vragen en het collectief, dat wil zeggen het groepsproces, conflicten en ervaren gezamenlijkheid. Daarnaast zijn ondersteuners ook bewakers van zelfbeheer, ze zorgen ervoor dat de voorziening bewoners de mogelijkheid blijft bieden om individueel en collectief aan hun empowerment te werken, bijvoorbeeld door huisregels ter discussie te stellen die tegen zelfbeheer ingaan, of door op te komen tegen externe druk op zelfbeheer.

 

Over de auteur

Max is senior onderzoeker bij het onderzoeksbureau van HVO-Querido. Hij is sinds 2009 als onderzoeker bij JES betrokken en schreef het proefschrift ‘Zeilen op zelfbeheer. Het organiseren van empowerment in een institutionele setting’ (link invoegen). Voor wie meer wil lezen over zelfbeheer is er een handreiking (Passavanti e.a., 2016) en een programmabeschrijving (Huber & Van Vugt, 2021) beschikbaar. Links naar verschillende zelfbeheerde voorzieningen, inclusief korte filmpjes, staan op www.krachtwerkontour.nl. Meer informatie over JES is te vinden op www.jeeigenstek.com